OPbrengsten
De kwantitatieve opbrengsten zijn moeilijk ik kaart te brengen. Uit onderzoek is gebleken dat in de periode 2008-2010 de populatie van de meeste scholen van karakter niet is verandert. In de meeste gemeenten zijn er slechts kleine veschuivingen te zien tussen de categorieën scholen met weinig en veel leerlingen van niet-westerse herkomst.
Om toch enig inzicht te krijgen wordt er in de tabel hieronder gekeken naar de instroom van autochtone leerlingen op“zwarte” scholen. Er wordt gekeken naar de mate waarin de instroom van 4- en 5-jarigen naar etnische afkomst afwijkt van de samenstelling van de leerlingpopulatie. Een verschil kan een idicatie zijn voor een verandering van de instroom. De instroom wordt meer gemend genoemd waneer het percentage 4- en 5-jarige leerlingen met niet-westerse achtergrond meer dan vijf procent lager is dan het percentage 6- tot 14-jarigen met die achtergrond op de school.
De figuur hieronder laat bijvoorbeeld zien dat op 45% van de “zwarte” scholen in Amsterdam de samenstelling van de jongste leeftijdsgroepen minimaal 5% meer gemend was dan die in de oudere leeftijdsgroepen.
Om toch enig inzicht te krijgen wordt er in de tabel hieronder gekeken naar de instroom van autochtone leerlingen op“zwarte” scholen. Er wordt gekeken naar de mate waarin de instroom van 4- en 5-jarigen naar etnische afkomst afwijkt van de samenstelling van de leerlingpopulatie. Een verschil kan een idicatie zijn voor een verandering van de instroom. De instroom wordt meer gemend genoemd waneer het percentage 4- en 5-jarige leerlingen met niet-westerse achtergrond meer dan vijf procent lager is dan het percentage 6- tot 14-jarigen met die achtergrond op de school.
De figuur hieronder laat bijvoorbeeld zien dat op 45% van de “zwarte” scholen in Amsterdam de samenstelling van de jongste leeftijdsgroepen minimaal 5% meer gemend was dan die in de oudere leeftijdsgroepen.
Bron: Eindrapport Regioplan
Uit de figuur komt verder naar voren dat negen van de twaalf pilotgemeenten in verhouding meer “zwarte” scholen kennen met een meer gemengde instroom. Het percentage ligt in die gemeenten hoger dan het landelijk percentage, wat 38% bedroeg. Belangrijk is om te weten dat het om een indicatie gaat en dat er op basis van deze gegevens nog geen vaste conclusies kunnen worden getrokken. De instroom is namelijk van meerdere factoren afhankelijk en voor een goede effectmeting zijn gegevens over meerdere jaren nodig.
Uit de figuur komt verder naar voren dat negen van de twaalf pilotgemeenten in verhouding meer “zwarte” scholen kennen met een meer gemengde instroom. Het percentage ligt in die gemeenten hoger dan het landelijk percentage, wat 38% bedroeg. Belangrijk is om te weten dat het om een indicatie gaat en dat er op basis van deze gegevens nog geen vaste conclusies kunnen worden getrokken. De instroom is namelijk van meerdere factoren afhankelijk en voor een goede effectmeting zijn gegevens over meerdere jaren nodig.