PILOTS
In 2008 heeft de overheid gemeenten de mogelijkheid geboden om pilots te starten om instrumenten uit te proberen om tot een meer evenwichtige populatie van de basisscholen te komen. Er zijn daarbij verschillende instrumenten ingezet om segregatie tegen te gaan. Centraal stonden de ervaringen met het invoeren van eens vast aanmeldmoment. Daarnaast is het beïnvloeden van keuzeprocessen bij ouders door gerichte voorlichting en het ondersteunen van lokale initiatieven van ouders om te komen tot meer gemengde scholen vanuit gemeenten ondersteund en bevorderd. Een andere maatregel betrof de uitwisseling tussen “witte” en“zwarte” scholen.
In de periode 2008-2011 zijn in twaalf gemeenten pilots ingevoerd. Hieronder volgt een overzicht van de gemeenten en de instrumenten die zij hebben ingezet.
In de periode 2008-2011 zijn in twaalf gemeenten pilots ingevoerd. Hieronder volgt een overzicht van de gemeenten en de instrumenten die zij hebben ingezet.
1. Centraal of vast aanmeldmoment
2. Informatievoorziening door:
a. Voorlichting aan ouders
b. Scholentochten
3. Bevorderen en ondersteunen van ouderinitiatieven
4. Ontmoetingsprojecten tussen scholen/vriendschapsscholen
Bron: Eindrapport Regioplan
Hieronder worden één voor één de instrumenten besproken. Eerst wordt duidelijk wat het instrument precies inhoudt en daarna wordt ingegaan op de effecten. De eventuele gevolgen van de pilots zijn echter nog moeilijk meetbaar, omdat de pilots pas een paar jaar geleden zijn ingegaan.
1. Centraal of vast aanmeldmoment
Bij een centraal aanmeldsysteem wordt het moment waarop ouders hun kinderen moeten inschrijven voor een basisschool gereguleerd. Er is dan een vaste leeftijd waarop kinderen kunnen worden aangemeld op school. Wanneer ook de plaats van aanmelding wordt gereguleerd, wordt gesproken over een centraal aanmeldpunt.
Het invoeren van een centraal aanmeldsysteem om tot meer menging van scholen te komen is vooral zinvol in gemeenten waar sprake is van scholen met wachtlijsten en waar niet wordt gewerkt met loting. Door een centraal aanmeldsysteem in te voeren krijgen ouders gelijke kansen om voor hun kind een
plaats op een populaire school in te wijk te krijgen. In een gemeente waar voldoende capaciteit is in wijken en waar vrijwel iedereen op school van eerste voorkeur geplaatst kan worden lijkt de invoering van dit systeem minder zinvol.
2. Scholentochten
Een belangrijk onderdeel van de pilots was het verbeteren en bevorderen van de informatievoorziening aan ouders, bijvoorbeeld via websites en folders. De gemeenten gebruiken deze middelen om ouders bewuster te maken van het belang van een goede schoolkeuze.
Een veel ingezet instrument bij de voorlichting zijn de zogenoemde scholentochten. Deze tochten worden georganiseerd in gemengde wijken waar de scholen geen afspiegeling van de bevolking vormen. Op één ochtend presenteren scholen in de wijk zich aan belangstellende ouders. Hierdoor komen ouders ook binnen bij scholen die ze anders niet bezocht zouden hebben.
De bijdrage van scholentochten aan het tegengaan van segregatie is bescheiden, maar wel aanwezig. Het biedt scholen die anders niet worden gezien toch de mogelijkheid zich positief te presenteren. Ook brengt het ouders bij elkaar en biedt daardoor de mogelijkheid ouders te vinden voor een eventueel ouderinitiatief.
3. Ouderinitiatieven
Bij een ouderinitiatief besluit een groep ouders samen hun kinderen aan te melden voor een school in de buurt, die wat samenstelling betreft afwijkt van hun eigen achtergrond.
2. Informatievoorziening door:
a. Voorlichting aan ouders
b. Scholentochten
3. Bevorderen en ondersteunen van ouderinitiatieven
4. Ontmoetingsprojecten tussen scholen/vriendschapsscholen
Bron: Eindrapport Regioplan
Hieronder worden één voor één de instrumenten besproken. Eerst wordt duidelijk wat het instrument precies inhoudt en daarna wordt ingegaan op de effecten. De eventuele gevolgen van de pilots zijn echter nog moeilijk meetbaar, omdat de pilots pas een paar jaar geleden zijn ingegaan.
1. Centraal of vast aanmeldmoment
Bij een centraal aanmeldsysteem wordt het moment waarop ouders hun kinderen moeten inschrijven voor een basisschool gereguleerd. Er is dan een vaste leeftijd waarop kinderen kunnen worden aangemeld op school. Wanneer ook de plaats van aanmelding wordt gereguleerd, wordt gesproken over een centraal aanmeldpunt.
Het invoeren van een centraal aanmeldsysteem om tot meer menging van scholen te komen is vooral zinvol in gemeenten waar sprake is van scholen met wachtlijsten en waar niet wordt gewerkt met loting. Door een centraal aanmeldsysteem in te voeren krijgen ouders gelijke kansen om voor hun kind een
plaats op een populaire school in te wijk te krijgen. In een gemeente waar voldoende capaciteit is in wijken en waar vrijwel iedereen op school van eerste voorkeur geplaatst kan worden lijkt de invoering van dit systeem minder zinvol.
2. Scholentochten
Een belangrijk onderdeel van de pilots was het verbeteren en bevorderen van de informatievoorziening aan ouders, bijvoorbeeld via websites en folders. De gemeenten gebruiken deze middelen om ouders bewuster te maken van het belang van een goede schoolkeuze.
Een veel ingezet instrument bij de voorlichting zijn de zogenoemde scholentochten. Deze tochten worden georganiseerd in gemengde wijken waar de scholen geen afspiegeling van de bevolking vormen. Op één ochtend presenteren scholen in de wijk zich aan belangstellende ouders. Hierdoor komen ouders ook binnen bij scholen die ze anders niet bezocht zouden hebben.
De bijdrage van scholentochten aan het tegengaan van segregatie is bescheiden, maar wel aanwezig. Het biedt scholen die anders niet worden gezien toch de mogelijkheid zich positief te presenteren. Ook brengt het ouders bij elkaar en biedt daardoor de mogelijkheid ouders te vinden voor een eventueel ouderinitiatief.
3. Ouderinitiatieven
Bij een ouderinitiatief besluit een groep ouders samen hun kinderen aan te melden voor een school in de buurt, die wat samenstelling betreft afwijkt van hun eigen achtergrond.
De bestaande ouderinitiatieven in de piots zijn in wisselde mate succesvol. De voornaamste factoren die hierbij een rol spelen zijn: de inzet van ouders, het draagvlak bij de school voor het initiatief, de kwaliteit van de school, de ondersteuning van de gemeente en het potentieel aantal ouders met een
andere achtergrond.
4. Vriendschapsscholen
Dit is een heel ander soort instrument dan de hiervoor besproken instrumenten. Hierbij is een geen sprake van mening, maar worden kinderen uit gesegregeerde wijken met verschillende achtergrond met elkaar in contact gebracht. Deze twee verschillende scholen gaan dan verschillende activiteiten met elkaar doen.
Het is lastig in kaart te brengen of vriendschapsscholen bijdragen aan meer ontmoeting en begrip. Uit onderzoek blijkt dat het samenbrengen van scholen in ieder geval niet voldoende is. Er is gebleken dat het voor de bevordering van interetnisch contact tussen scholen belangrijk is dat er gelijke omstandigheden tussen de scholen zijn wat betreft betrokkenheid en inzet. Bovendien moet in de activiteiten de gezamenlijkheid centraal staan en moet er geen nadruk liggen op de verschillende culturele achtergronden.
andere achtergrond.
4. Vriendschapsscholen
Dit is een heel ander soort instrument dan de hiervoor besproken instrumenten. Hierbij is een geen sprake van mening, maar worden kinderen uit gesegregeerde wijken met verschillende achtergrond met elkaar in contact gebracht. Deze twee verschillende scholen gaan dan verschillende activiteiten met elkaar doen.
Het is lastig in kaart te brengen of vriendschapsscholen bijdragen aan meer ontmoeting en begrip. Uit onderzoek blijkt dat het samenbrengen van scholen in ieder geval niet voldoende is. Er is gebleken dat het voor de bevordering van interetnisch contact tussen scholen belangrijk is dat er gelijke omstandigheden tussen de scholen zijn wat betreft betrokkenheid en inzet. Bovendien moet in de activiteiten de gezamenlijkheid centraal staan en moet er geen nadruk liggen op de verschillende culturele achtergronden.