VOOr- en nadelen
De voordelen van segregatie op het gebied van basisscholing zijn voornamelijk dat kinderen zich minder snel een buitenstaander zullen voelen. In een groep met dezelfde rassen of culturele achtergronden voelen kinderen zich met elkaar verbonden. Dit kan bijvoorbeeld bevorderlijk zijn voor samenwerkingsopdrachten. Ook kan de ontwikkeling en deskundigheid van een bepaalde cultuur en identiteitsontwikkeling zich sterker ontwikkelen op een gesegregeerde basisschool.
Er zijn echter ook nadelen gebonden aan segregatie in het basisonderwijs. Het voornaamste nadeel is dat er door segregatie ongelijkheid en grote verschillen tussen bevolkingsgroepen kunnen ontstaan. Doordat er geen integratie is leven de allochtonen en autochtonen gescheiden van elkaar. Allochtonen hebben vaak al moeite met de Nederlandse taal en door segregatie wordt dit alleen maar versterkt. Vaak spreken allochtonen thuis ook de moedertaal en dus geen Nederlands wat maakt dat zij dus weinig geprikkeld worden om de taal te beheersen. Door de taalachterstand ontwikkelen allochtonen vaak ook een leerachterstand, een gevolg is dan dat zij een lager niveau op de middelbare school gaan doen. Laagopgeleiden hebben vaak meer moeite met het vinden van een goede baan.
Als gevolg van het lage opleidingsniveau hebben allochtonen vaak een minder goed betaalde baan hebben wonen zij vaak in minder goed ontwikkelde wijken. Vaak vindt je in deze wijken een
“opeenhoping” van allochtonen. Hierdoor ontstaat er dus ook ruimtelijke segregatie. Dit vergroot ook de sociale segregatie. Deze vorm van segregatie was al enigszins aanwezig doordat allochtonen en autochtonen op verschillende scholen zitten en dus naast elkaar leven. Maar door het ontstaan van ruimtelijke segregatie komen allochtonen en autochtonen buiten school ook minder tot niet
met elkaar in aanraking. Dit vergroot de kans op sociale polarisatie en sociale
onrust tussen allochtonen en autochtonen.
Les geven op “zwarte” scholen wordt door veel leraren als veeleisend gezien. Leraren van autochtone afkomst weten vaak niet goed hoe zij om moeten gaan met allochtone leerlingen die vaak een andere cultuur en andere gebruiken hebben. Ook is gebleken dat allochtonen vaak een leerachterstand hebben, mede doordat zij de Nederlandse taal minder beheersen. Deze leerlingen hebben dus meer ondersteuning nodig. Hoewel sommige leraren dit als een uitdaging zien, ziet de meerderheid dit als een extra last. Hierdoor kan er een leraren tekort op “zwarte” scholen ontstaat en kan er dus minder goed onderwijs gegeven worden. Dit vergroot het verschil in ontwikkeling van de cognitieve vakken (taal en rekenen) tussen allochtonen en autochtonen.
Nu we de voor- en nadelen eens goed op een rijtje hebben gezet kunnen we wel stellen dat de nadelen de voordelen overheersen. En dat het dus van belang is dat er goede oplossingen moeten komen voor het verdwijnen van de segregatie op gebied van basisscholing.
Er zijn echter ook nadelen gebonden aan segregatie in het basisonderwijs. Het voornaamste nadeel is dat er door segregatie ongelijkheid en grote verschillen tussen bevolkingsgroepen kunnen ontstaan. Doordat er geen integratie is leven de allochtonen en autochtonen gescheiden van elkaar. Allochtonen hebben vaak al moeite met de Nederlandse taal en door segregatie wordt dit alleen maar versterkt. Vaak spreken allochtonen thuis ook de moedertaal en dus geen Nederlands wat maakt dat zij dus weinig geprikkeld worden om de taal te beheersen. Door de taalachterstand ontwikkelen allochtonen vaak ook een leerachterstand, een gevolg is dan dat zij een lager niveau op de middelbare school gaan doen. Laagopgeleiden hebben vaak meer moeite met het vinden van een goede baan.
Als gevolg van het lage opleidingsniveau hebben allochtonen vaak een minder goed betaalde baan hebben wonen zij vaak in minder goed ontwikkelde wijken. Vaak vindt je in deze wijken een
“opeenhoping” van allochtonen. Hierdoor ontstaat er dus ook ruimtelijke segregatie. Dit vergroot ook de sociale segregatie. Deze vorm van segregatie was al enigszins aanwezig doordat allochtonen en autochtonen op verschillende scholen zitten en dus naast elkaar leven. Maar door het ontstaan van ruimtelijke segregatie komen allochtonen en autochtonen buiten school ook minder tot niet
met elkaar in aanraking. Dit vergroot de kans op sociale polarisatie en sociale
onrust tussen allochtonen en autochtonen.
Les geven op “zwarte” scholen wordt door veel leraren als veeleisend gezien. Leraren van autochtone afkomst weten vaak niet goed hoe zij om moeten gaan met allochtone leerlingen die vaak een andere cultuur en andere gebruiken hebben. Ook is gebleken dat allochtonen vaak een leerachterstand hebben, mede doordat zij de Nederlandse taal minder beheersen. Deze leerlingen hebben dus meer ondersteuning nodig. Hoewel sommige leraren dit als een uitdaging zien, ziet de meerderheid dit als een extra last. Hierdoor kan er een leraren tekort op “zwarte” scholen ontstaat en kan er dus minder goed onderwijs gegeven worden. Dit vergroot het verschil in ontwikkeling van de cognitieve vakken (taal en rekenen) tussen allochtonen en autochtonen.
Nu we de voor- en nadelen eens goed op een rijtje hebben gezet kunnen we wel stellen dat de nadelen de voordelen overheersen. En dat het dus van belang is dat er goede oplossingen moeten komen voor het verdwijnen van de segregatie op gebied van basisscholing.